personen en groepen in openbaring

'En Hij is het hoofd van het lichaam, de gemeente, Hij die het begin is, de Eerstgeborene uit de doden, opdat Hij in alle dingen de eerste plaats zou innemen' (Kol.1:18)

'...en van Jezus Christus, de trouwe Getuige, de Eerstgeborene van de doden en de Overste van de koningen van de aarde...' (Op.1:5)

'Ik ben de Eerste en de Laatste en de Levende en Ik ben dood geweest, en zie, Ik ben levend tot in alle eeuwigheid...' (Op.1:18)


---===ooo===---

Lijst van belangrijke personen en groepen in Openbaring

---===ooo===---

1. Jezus Christus

(a) Leeuw uit de stam van Juda (5:5)

(b) Lam van God (5:6)

(c) Engel bij het altaar, met de gebeden der heiligen en reukwerk (8:3)

(d) Sterke engel, die neerdaalt uit de hemel (10:1)

(e) De mannelijke Zoon (12:5)

(f) De Zoon des mensen op een witte wolk (14:14)

(g) De Ruiter op het witte paard (19:11)

2. De antichrist

(a) Koning van de sprinkhanen, engel van de afgrond, Abaddon, Apollyon (9:11)

(b) Het beest dat uit de afgrond opkomt (11:7, 17:8)

(c) Het beest uit de zee, met zeven koppen en tien horens waarop tien kronen (13:1)

(d) De achtste uit de zeven (17:11)

3. De leider van afvallig Israël

(a) Het beest uit de aarde met twee horens (13:11)

(b) De valse profeet (16:13, 19:20)

4. De satan

(a) Ster, die uit de hemel op aarde valt (9:1)

(b) Grote vuurrode draak, met zeven koppen waarop kronen en tien horens (12:3)

(c) Slang en duivel (12:9)

(d) Aanklager van onze broeders (12:10)

5. Het grote Babylon

(a) De hoer op het beest (17:1-3)

(b) De sterke en grote stad (H.18)

6. De apocalyptische ruiters, voorhoede van het beest, de tien horens

(a) De ruiters van het witte, rode, zwarte en vale paard en hun gevolgen (6:1-11)

7. De aardse machthebbers

(a) Koningen, groten, oversten, rijken, sterken, vrijen, slaven (6:15)

(b) Zij die op de aarde wonen (11:10)

(c) De koningen van het hele aardrijk (16:14)

(d) De koningen van de aarde (17:2)

8. De 144.000, 12.000 uit elk van de 12 stammen van Israël (behalve Dan)

(a) Verzegelden (7:4)

(b) Maagdelijken, volgers van het Lam, eerstelingen, onberispelijken (14:4,5)

9. De ontelbaar grote menigte, die levend het vrederijk binnengaat

(a) Menigte uit elke natie en alle geslachten, volken en talen (7:9)

10. De martelaren van de eerste 3,5 jaar, die onthoofd werden

(a) De zielen van hen die geslacht waren om het woord van God en hun getuigenis (6:9)

(b) De zielen van hen die om Jezus' getuigenis en het woord van God onthoofd waren (20:4)

11. De martelaren van de tweede 3,5 jaar, die met vuur, rook en zwavel worden verbrand

(a) De heiligen, tegen wie het beest oorlog voert (13:7)

(b) De doden die in de Heer sterven vanaf nu (14:13)

(c) De overwinnaars op de glazen zee met vuur gemengd (15:2)

(d) Zij die het beest en zijn beeld niet hadden aanbeden (20:4)

12. De twee profeten in Jeruzalem

(a) ‘Mijn twee getuigen’ (11:3)

(b) Twee olijfbomen, twee kandelaars die voor de Heer van de aarde staan (11:4)

13. Het gelovige deel van Israël, dat verblijft in het land

(a) De vrouw, bekleed met de zon, de maan onder haar voeten, een kroon met 12 sterren (12:1)

(b) De vrouw, die vlucht naar de woestijn (12:6, 14)

14. De gelovigen uit alle voorgaande eeuwen, vóór het begin van Daniëls 70e jaarweek

(a) De overwinnaars van de zeven gemeenten (3:5)

(b) De 24 oudsten (4:4)

(c) De geroepenen tot het bruiloftsmaal (19:9)

(d) De legers die in de hemel zijn (19:14)

(e) Zij die op tronen gingen zitten en aan wie het oordeel werd gegeven (20:4)

(f) De heilige stad Jeruzalem, die uit de hemel neerdaalde van God (21:10)

- 5 oktober 2022 -

openbaring

van Jezus Christus