oneindig

De HEER is groot en zeer te prijzen, zijn grootheid is ondoorgrondelijk.

God is oneindig groot. Maar wat is oneindig? Wat is de betekenis van God als oneindig Wezen? Het betekent dat God allesomvattend, allesbepalend en allesdoordringend is. Dat alle dingen door Hem vanuit zijn eeuwig Wezen worden voortgebracht in de tijdelijke werkelijkheid die wij ‘heelal’ noemen. ‘In Hem leven wij, bewegen wij ons en zijn wij’, zegt Paulus . Hij is het Die aan allen ‘leven en adem en alles geeft’. Hij, dat is Jezus Christus, de Almachtige, Alomtegenwoordige, Alwetende, Eeuwige God, die Mens werd. ‘In Hem zijn alle dingen geschapen, de zichtbare en de onzichtbare, hetzij tronen, hetzij heerschappijen, hetzij overheden, hetzij machten: alle dingen zijn door Hem en tot Hem geschapen. En Hij is voor alle dingen en alle dingen bestaan samen in Hem.’

Paulus beschrijft hier alle wetmatigheden die alle dingen in ons heelal bijeen houden en besturen en laten ontwikkelen. Er zijn diepe denkers geweest die een vast aantal ‘sets’ van wetmatigheden hebben ontdekt. (1) de wetten van de getallen, (2) de wetten van de ruimte, (3) de wetten van de beweging, (4) de wetten van de energie of materie, (5) de wetten van het biologisch leven, (6) de wetten van de gewaarwording, (7) de wetten van het gevoel, de emoties, (8) de wetten van ratio, het denken, (9) de wetten van macht en cultuur, (10) de wetten van de taal, (11) de wetten van het sociale, (12) de wetten van het economische, (13) de wetten van het esthetische (schoonheid), (14) de wetten van het juridische, (15) de wetten van het ethische, (16) de wetten van het geloofsvertrouwen. In wezen zijn deze stelstels van wetmatigheden niet anders dan aspecten van de werkelijkheid waarin wij leven. En tussen al die verschillende aspecten, die eigen zijn aan ons heelal, zijn ook weer talloze verbanden en wisselwerkingen.

De wetmatigheden binnen al die aspecten en alle onderlinge verbanden daartussen, liggen volkomen vast. Het is een patroon dat door de Schepper over zijn schepping is gelegd en waaraan alles voortdurend beantwoordt. Dit patroon wordt zo consequent en met dermate ijzeren discipline door de Schepper gevolgd, dat het lijkt alsof Hij er niet is. Het is alsof alles wat Hij voortdurend tot aanzijn roept, in zichzelf bestaat. Het lijk alsof het heelal eeuwig bestaan heeft en eeuwig bestaan zal. Door een heelal voort te brengen dat oneindig lijkt, zowel in afmeting als in tijd, en dat tot in het gedrag van de allerkleinste onderdelen, consequent beantwoordt aan de door Hem ingestelde wetmatigheden, heeft de Schepper Zichzelf bijna onzichtbaar gemaakt. Bijna, want door verstand en geloof kan de mens weten Wie de Schepper is. ‘Want van de schepping van de wereld af worden wat van Hem niet gezien kan worden, zijn eeuwige kracht en Goddelijkheid, uit zijn werken met inzicht doorzien – opdat zij niet te verontschuldigen zijn.’

De reden dat God ons heelal zo heeft geconstrueerd in een schijnbare afwezigheid van Hemzelf terwijl die schepping tegelijk een toonbeeld is van eeuwige kracht en goddelijkheid, is dat de mens naar Hem zou zoeken en Hem zou vinden en vanuit het geloof in Hem zou leven. ‘Hij heeft de bepaalde tijden en de grenzen van hun woonplaats vastgesteld, opdat zij God zouden zoeken , of zij misschien naar Hem mochten tasten en Hem vinden, hoewel Hij niet ver is van ieder van ons.’ God wil door de mens gezocht en gevonden worden en op grond van geloof in relatie tot de mens staan. ‘Zoekt en je zult vinden’, zegt Jezus tegen zijn toehoorders.

Het lijkt daarbij ook weer dat het zoeken uitgaat van de mens. Het zoeken gaat echter uit van God. Hij is als de Herder , die de 99 schapen achterlaat in de wei om het ene te gaan zoeken. Het feit dat je dit leest, betekent dat God naar je op zoek is. Natuurlijk, je bent op zoek naar God. Maar God heeft de omstandigheden in je leven zodanig geordend en gestuurd, dat je op zoek ging.

Terug naar Gods eindeloze grootheid. Die strekt zich uit van het allerkleinste tot het allergrootste. Daarbij zijn meerdere dimensies betrokken, naast alle hierboven aangegeven wetmatigheden. De ruimte kent drie dimensies: hoogte x lengte x breedte. Daarnaast is ook de tijd op te vatten als dimensie. De allerkleinste eenheid van ruimte is de planck , 1,616199 x 10^(-35) meter. Er gaan 0,16 biljard triljard planck-afstanden in een meter. Hoe onnoemelijk klein dat is blijkt als je het vergelijkt met een proton, een deeltje van een atoom. Als dit atoomdeeltje zou worden opgeblazen naar de grootte van het heelal, dan zou de planck ongeveer zo groot zijn als een mens. Elders op deze site is al aangegeven dat ook de tijd uit zeer kleine eenheden van tijdfracties is opgebouwd en dat in één enkele seconde een half miljard x biljard x triljard van deze tijdfracties (planck-momenten) gaan: 5,39 * 10^(-44).

Van het allerkleinste naar het allergrootste: het heelal. De omvang van het zichtbare heelal wordt, in lichtjaren gemeten, geschat op 92 miljard lichtjaar. Eén lichtjaar is 9.500 miljard kilometer. Dat is 92 x 10^(9) x 9,5 x 10^(12) = 874 x 10^(21) kilometer, dat is 874 triljard kilometer.

Als we al deze gegevens combineren, dan komen we op dermate absurde getallen uit, dat het absoluut geen zin heeft zelfs maar één poging te wagen er iets van te begrijpen. Je kunt een getal berekenen maar een getal zegt helemaal niets. Je komt dan op kracht en informatie, die noodzakelijk is voor het onderhoud en sturen van alle wetmatigheden voor 2,7 x 10^(186) kubieke planck-afstanden. Dat zijn 2,7 triljoen triljard triljard triljard triljard triljard triljard triljard triljard van de allerkleinste ruimtdeeltjes. De wetmatigheden voor al die ruimtedeeltjes moeten per seconde een half miljard x een biljard x een triljard keer in onderling verband kloppend worden gehouden. Dit nog afgezien van alle krachten die de materie bij elkaar houden en die de ruimte en alle bewegingen daarbinnen dragen. Dit veronderstelt een onvoorstelbare hoeveelheid kracht, macht, wijsheid en kennis. Alles, of het nu stil staat of beweegt, moet van tijdfractie op tijdfractie voortdurend logisch op elkaar zijn afgestemd. God zou - als Hij dat zou willen - de situatie van vandaag plotseling kunnen verwisselen met die van de jaren twintig van de vorige eeuw, bijvoorbeeld. Maar Hij doet dat niet omdat Hij volkomen consequent is en trouw aan de door Hem Zelf ingestelde wetmatigheden. Heilig, heilig, heilig, zo roepen de vier levende wezens middenin en rondom zijn troon.

Maar er komt een moment dat de wetmatigheden plotseling wel worden doorbroken. 'Ik vertel u een verborgenheid. Wij zullen niet allen ontslapen. Maar wij zullen allen veranderd worden, in een fractie van de tijd....'. Letterlijk zegt Paulus hier: 'in een atoom van de tijd'. In het allerkleinste tijdmoment zullen gelovigen, die Jezus hebben aangenomen, worden veranderd en worden meegevoerd in de opname van de gemeente. Zij worden, met allen die in Christus waren ontslapen en die uit de graven zijn opgewekt, in wolken opgenomen, de Heer tegemoet in de lucht. En zo zullen ze altijd met de Heer zijn.

Met de berekening van de enorme hoeveelheid informatie, macht en kracht, die nodig is voor het bestuur van de schepping, hebben we het hierboven alleen nog maar over de zichtbare werkelijkheid. Er is ook nog een onzichtbare werkelijkheid van duizenden duizendtallen en tienduizenden tienduizendtallen engelen. Van dat alles wordt gezegd dat het ‘door Hem en tot Hem’ is geschapen en tezamen bestaat ‘in Hem’. Hem, Hij, dat is de Zoon, Jezus Christus , ‘die Hij gesteld heeft tot erfgenaam van alle dingen, door Wie Hij ook de werelden gemaakt heeft. Deze, Die de uitstraling is van zijn heerlijkheid en de afdruk van zijn Wezen en die alle dingen draagt door het Woord van zijn kracht is, nadat Hij door Zichzelf de reiniging van de zonden tot stand heeft gebracht, gaan zitten aan de rechterhand van de Majesteit in de hoge…’. We vinden hier drie belangrijke opmerkingen: (1) verleden - ‘door Wie Hij de werelden gemaakt heeft’, (2) heden – ‘Die alle dingen draagt door het woord van zijn kracht’ en (3) toekomst ‘Die Hij gesteld heeft tot erfgenaam van alle dingen’.

En er is nog iets. Hij heeft (4) ‘de reiniging van de zonden tot stand gebracht.’ Want hoe weten wij dat de dingen niet in zichzelf bestaan maar rusten in de hand van de Almachtige? Dat weten wij niet alleen door de enorme complexiteit van alle dingen maar ook door het verouderingsproces waaraan de schepping is onderworpen en waaraan de mens zelf debet is, doordat zij zich heeft afgekeerd van de schepper en volgeling is geworden van de grote opstandeling uit de hemel, Lucifer. God heeft daarom het volledige heelal ‘aan de vruchteloosheid onderworpen’. De wetmatigheden die God Zelf heeft ingesteld voor het heelal, maken het tot een aflopende zaak. De dood heerst, in alle opzichten. Zelfs sterren sterven en veranderen in zwarte gaten. Er is sprake van toenemende entropie . Steeds meer informatie gaat verloren.

De spanningen die vandaag de dag in de samenleving merkbaar zijn, wijzen ook op een naderend einde van het huidige bestel. Veel van die spanningen hangen samen met de omvang van de mensheid. Dat is hét grote probleem dat de door de duivel beheerste elite voor eens en voor altijd wil oplossen. In angst voor de eindigheid van natuurlijke hulpbronnen op de planeet en wetend dat een uitwaaiering van de mensheid over het heelal totaal onmogelijk is ( vrijwel alle informatie van NASA is desinformatie - overduidelijk - af en toe geven ze hints ), is eind 2019 een plan in gang gezet dat al vele decennia in voorbereiding is. De wereldbevolking moet tot kleine, beheersbare proporties wordt teruggebracht en zij, de elite van de wereld, bepalen wie daar deel van mag gaan uitmaken. En dat zijn niet de gewone mensen zoals jij en ik.

Echter, God Zelf heeft de reiniging van de zonden tot stand gebracht, door als Mens op aarde de prijs te betalen voor iedereen die Hem zoekt en vindt. Als je Hem zoekt en vindt, ontvang je eeuwig leven. Dat betekent tot in alle eeuwigheid verzekerd te zijn van een plaats in Gods plannen en in Gods werelden. Hij heeft na deze wereld in dit heelal nog veel meer op stapel staan. De Bijbel spreekt over ‘ eeuwen eeuwen ’, dat wil zeggen een lange reeks van tijdperken waarin Hij Zich telkens opnieuw openbaart. Zijn plannen voor de huidige ‘eeuw’ beginnen hun einde te naderen. In die plannen past het huidige tijdsgewricht vrijwel naadloos.

Het boek Openbaring laat zien hoe het eindspel zich zal ontvouwen met een mensheid die onder leiding van Gods tegenstander in eigen kracht probeert met eigen kennis en technologie, daarmee ingaande tegen Gods scheppingsorde, een wereldwijd Utopia op te bouwen. Het is echter een Utopia van totalitaire controle door een kleine elite over de massa. Dat Utopia zal nog korter duren dan het ‘duizendjarig rijk’ van Hitler. Er wordt voorgoed afgerekend met hen die zich in een onvoorstelbaar egoïsme door satan laten leiden en die momenteel bezig zijn de wereld aan een totalitaire controle te onderwerpen. Voor een zeer korte tijd van circa zeven jaar krijgen ze nog enige ruimte maar dan is het afgelopen en komt God met het universele rijk van zijn Zoon, Jezus Christus. De oneindig grote allesbepalende, allesbeheersende, allesdoordringende God, hoe halen ze het in hun hoofd tegen Hem samen te spannen?

Aan jou is de keuze. Voor wie kies je? De tijd om die keuze voor je uit te schuiven is bijna ten einde. We naderen met rasse schreden de tijd die je keihard dwingt tot een keuze: God of de satan. Begrijp één ding goed: God en satan zijn geen twee gelijkwaardige krachten die elkaar in evenwicht houden, geen yin en yang. God is oneindig groot, de grote Bedenker, Bestuurder en Macht boven, achter, onder alles wat bestaat van het allerkleinste tot het allergrootste, in de zichtbare en de onzichtbare werelden. Satan is maar één van de miljarden geschapen wezens, die voor zijn bestaan in alle opzichten van God afhankelijk is en zonder God helemaal niets kan doen. Bovendien: satan is uit op je ondergang en God is uit op je redding. Maakt dat alles de keuze niet bijzonder eenvoudig? Alleen een wereld aan desinformatie kan jou afhouden van je juiste keuze die in jouw eigen eeuwig belang is…

- 20 november 2021 -

jij

Keer tot Mij terug want Ik heb je verlost.