zoon van god

Wie in de evangeliën zoekt naar woorden van Jezus waarin Hij zichzelf de Zoon van God noemt, komt die slechts in zeer bedekte termen tegen. Zelfs in het evangelie naar Johannes, dat Jezus schildert als Zoon van God, is de uitspraak van Jezus dat Hij de Zoon van God is uiterst zeldzaam. Bijna overal noemt Hij Zich ‘Zoon des mensen’, bijna nergens 'Zoon van God'. Wat kunnen we daaruit leren?


Dit tekent het karakter van God. Hij dringt Zich niet naar de voorgrond. Hij trekt niet de aandacht. Hij legt het er niet duimendik bovenop. Elke geldingsdrang is Hem vreemd. Kijk naar de schepping. Prachtig, uitgebalanceerd en eindeloos complex. Maar nergens in de schepping is ook maar een handtekening, een expliciet bewijs, een oorkonde of ondubbelzinnige verwijzing naar de Maker te vinden

Kijkend naar de eindeloze vindingrijkheid die eigen is aan het heelal, ons zonnestelsel en alle natuur op aarde, kan het niet anders of de Architect van ons heelal beschikt over eindeloze vermogens. Zo is het ook met Jezus in de evangeliën. Meermalen horen we Hem in het Johannesevangelie zeggen dat ze Hem moeten geloven om de werken die Hij doet, als ze Hem niet kunnen geloven op zijn woorden.

Het waren slechts weinigen tot Wie dit doordrong. Sporadisch horen we mensen de enig mogelijke conclusie trekken. Als Jezus zijn discipelen vraagt wie de mensen zeggen dat Hij is, dan krijgt Hij als antwoord. 'Sommigen: Johannes de doper; anderen: Elia; en weer anderen: Jeremia of één van de profeten.' Als Hij vervolgens aan Petrus vraagt, wie hij zegt dat Jezus is, dan volgt voor de enige keer in alle evangeliën: “U bent de Christus, de Zoon van de levende God”.

Verder zinspeelt Jezus alleen met een eenvoudige vraag op Wie Hij is. In een van Davids Psalmen noemt David de Messias, die hem eenmaal zou opvolgen en die zijn troon voor eeuwig zou bezetten: “Heer”: En vervolgens vraagt Jezus de religieuze top van zijn dagen: “Als David Hem “Heer” noemt, hoe kan Hij dan zijn Zoon zijn?”

Uiteindelijk grijpt de godsdienstige elite dit aan om Hem tot de kruisdood veroordeeld te krijgen. Maar nimmer neemt Jezus zelf deze pretenties in de mond. Als ze Hem in het finale ochtendproces vragen ‘Maar bent u dan de Zoon van God’, dan luidt het antwoord alleen: 'U hebt het gezegd'.

Als de Romeinse hoofdman over honderd getuige is geweest van Jezus' sterven en het natuurgeweld daarna, zegt hij: 'Waarlijk, deze mens was Gods Zoon'. Jezus is Niemand minder dan de essentie van het heelal, Die is, Die was en Die komt, uit Wie en door Wie en tot Wie alle dingen zijn. Hij liet het aan ons over om die conclusie te trekken.

Jezus

Hij die was en die is en die komt

God en mens

Kerst

Doeken