en alle ogen zullen Hem zien
opstanding
Met Pasen denken we terug aan de opstanding van Jezus Christus uit de doden. Dit gegeven maakt het christendom (met het Jodendom en de Islam, als voorloper en afleider van het christendom) uniek tussen alle andere godsdiensten en wereldbeelden. Wat is het belang van de opstanding van Jezus?
Buiten het Jodendom, Christendom en de Islam - die elk hun oorsprong vinden in de Bijbel - is er geen religie die een opstanding uit de doden leert. Alle andere religies leren wel het bestaan van een hiernamaals, waarbij de ziel of de geest van de mens het lichaam overleeft en voortleeft in een ‘PARADIJS’ of een ‘WALHALLA’. Het BOEDDHISME leert een eindeloze cyclus van reïncarnaties, waarbij de geest telkens terugkeert in een ander lichaam. Geen enkel wereldbeeld buiten de Bijbel, leert dat het lichaam zelf weer zal opstaan, of dat nu is begraven of is gecremeerd. Daarover is de Bijbel zelfs veel stelliger en duidelijker dan over een eventueel voortleven van de ziel na het overlijden.
Er zijn enkele teksten die aangeven dat er een BEWUSTE TOESTAND VAN DE ZIEL OF DE GEEST IS NA HET OVERLIJDEN. Te denken valt aan het evangelie naar Lukas met de vertelling door de Heer van DE RIJKE MAN EN DE ARME LAZARUS en de belofte van Jezus aan de gekruisigde rover, die tot inkeer kwam: ‘IK ZEG U: HEDEN ZULT U MET MIJ IN HET PARADIJS ZIJN.’ Verder kan gedacht worden aan een brief van Paulus, 2 Korinthe, waarin hij schrijft over ‘HET VERBLIJF IN HET LICHAAM VERLATEN EN BIJ DE HEER INWONEN’. Verder spreekt de brief aan de Hebreeën over ‘TOT VOLMAAKTHEID GEKOMEN GEESTEN’ en Openbaring over ‘ZIELEN ONDER HET ALTAAR’.
Maar met deze schaarse vermeldingen houdt het op. En nergens wordt gesteld dat – als we niet zouden geloven in een bewuste toestand na het overlijden – de basis onder het christelijk geloof wegvalt en we geen enkele hoop meer hebben. Dat wordt echter wel gesteld over DE LEER VAN DE OPSTANDING:
‘Maar als er geen opstanding van doden is, dan is ook Christus niet opgewekt; en als Christus niet is opgewekt, dan is ook onze prediking vergeefs, en vergeefs is ook uw geloof; en dan blijken wij ook valse getuigen van God te zijn….En als Christus niet is opgewekt, dan is uw geloof inhoudsloos, dan bent u nog in uw zonden; dan zijn ook zij die in Christus ontslapen zijn, verloren. Als wij alleen in dit leven op Christus onze hoop gevestigd hebben, zijn wij de ellendigste van alle mensen.’
Verder is het getuigenis van de bijbel over de opstanding overvloedig en zonneklaar in vergelijking met de schaarse en soms wat schimmige mededelingen over het zielenleven na de dood. Reeds in het Oude testament verkondigt JOB:
‘Ik weet echter: mijn Verlosser leeft,
en Hij zal ten laatste over het stof opstaan.
En als mijn huid aldus geschonden is,
zal ik uit mijn vlees God aanschouwen.
Ik zelf zal Hem aanschouwen,
en mijn ogen zullen Hem zien, niet een vreemde;
mijn nieren bezwijken van verlangen in mijn binnenste.’
JESAJA verkondigt:
‘Herleven zullen de doden – ook mijn lijk – opstaan zullen zij.
Ontwaakt en jubelt, gij die woont in het stof.
Want uw dauw is een dauw van licht;
en de aarde zal aan de schimmen het leven geven.’
In de aankondiging van zijn lijden zegt Jezus tegen zijn discipelen tot drie maal toe dat Hij, na mishandeld en gestorven te zijn, na drie dagen zou opstaan. De drie synoptische evangeliën, MATTHEÜS, MARCUS en LUCAS, noemen alle drie deze voorzeggingen. Bovendien heeft Hij ook de godsdienstige elite meermalen gezegd, dat Hij zou opstaan. Dat deed hij toen ze vroegen om een teken AAN HET BEGIN VAN ZIJN DIENST naar aanleiding van zijn actie om de tempel schoon te vegen:
‘Welk teken toont U ons, dat U deze dingen doet? Jezus antwoordde en zei tot hen: Breekt dit tempelhuis af en in drie dagen zal Ik het oprichten….Hij sprak over het tempelhuis van zijn lichaam.’
Later vroegen ze Hem om een TEKEN UIT DE HEMEL. En toen antwoordde Jezus:
‘Een boos en overspelig geslacht verlangt een teken en het zal geen teken worden gegeven dan het teken van de profeet Jona. Want zoals Jona drie dagen en drie nachten in de buik van het zeemonster was, zo zal ook de Zoon des mensen drie dagen en drie nachten in het hart van de aarde zijn.’
Deze uitspraken hadden zich vastgeklonken in het geheugen van de godsdienstige elite en waren aanleiding om drastische maatregelen te nemen. Nota bene op de sabbat die volgde op de kruisiging gingen ze naar Pilatus om te verzoeken om een WACHT BIJ HET GRAF VAN JEZUS.
‘Heer wij hebben ons herinnerd dat deze verleidder, toen Hij nog leefde heeft gezegd: Na drie dagen wordt Ik opgewekt. Beveel dan dat het graf wordt beveiligd tot de derde dag, opdat niet misschien zijn discipelen komen en Hem stelen en tot het volk zeggen: Hij is opgewekt van de doden…’
De kruisiging had bij de discipelen echter alle hoop op een toekomst met hun Messias de bodem in geslagen. Meermalen vertelden de vrouwen, die van het graf kwamen, dat hun Meester niet langer in het graf lag en was opgestaan. MAAR ZE GELOOFDEN ER GEEN SNARS VAN. En meermalen moest Jezus aan hen verschijnen en met hen spreken om hen in beweging te krijgen. Pas na de uitstorting van de Heilige Geest, begon de boodschap van de opstanding zich door Jeruzalem, Judea en het Romeinse rijk te verspreiden.
Niet de maagdelijke geboorte van Jezus, niet het heilige leven van Christus en zelfs niet de kruisiging van Jezus maar de opstandig van Jezus was het centrale thema. Op de PINKSTERDAG klonk het ten aanhoren van de Joden te Jeruzalem, onderbouwd door de Psalmen van David:
‘Deze Jezus heeft God opgewekt, waarvan wij allen getuigen zijn…Laat het hele huis van Israël dan zeker weten, dat God Hem zowel tot Heer als tot Christus heeft gemaakt, deze Jezus die u hebt gekruisigd.’
En enige tijd later, naar aanleiding van de genezing van een KREUPELE BIJ DE TEMPEL:
‘U echter hebt de Heilige en Rechtvaardige verloochend en gevraagd dat u een moordenaar zou worden geschonken; de Vorst van het leven echter hebt u gedood, die God heeft opgewekt uit de doden, van Wie wij getuigen zijn.’
En een dag later voor het SANHEDRIN:
‘…laat dan aan u allen en aan het hele volk van Israël bekend zijn, dat door de naam van Jezus Christus de Nazoreeër, die u hebt gekruisigd, die God uit de doden heeft opgewekt, door die naam deze gezond voor u staat.’
En weer enige tijd later, opnieuw voor het SANHEDRIN:
‘De God van onze vaderen heeft Jezus opgewekt, die u hebt omgebracht door Hem te hangen aan een hout. Deze heeft God als Overste Leidsman en Heiland door zijn rechterhand verhoogd…’
En enkele jaren later, bij de eerste prediking door Petrus aan kring van de ROMEINSE HOOFDMAN:
‘Hem hebben zij ook gedood door Hem te hangen aan een hout. Deze heeft God op de derde dag opgewekt en gegeven dat Hij openbaar werd, niet aan het hele volk, maar aan getuigen die door God tevoren verkozen waren, aan ons die met Hem hebben gegeten en gedronkenken, nadat Hij uit de doden was opgestaan…’
En weer later, bij de eerste prediking in ANTIOCHIË van Asia (huidige Turkije) op de eerste zendingsreis door de apostel Paulus:
‘Toen zij nu alles hadden volbracht wat over Hem geschreven stond, namen zij Hem van het hout af en legden Hem in een graf. God echter heeft Hem uit de doden opgewekt en vele dagen lang is Hij verschenen aan hen die met Hem waren opgegaan van Galileéa naar jeruzalem, die nu zijn getuigen zijn bij het volk.
En weer enige tijd later op de AREOPAGUS IN ATHENE, op de tweede zendingsreis van Paulus:
‘Met voorbijzien van de tijden der onwetendheid beveelt God nu aan de mensen dat zij zich allen overal moeten bekeren, omdat Hij een dag heeft bepaald, waarop hij het aardrijk in gerechtigheid zal oordelen door een Man die Hij daartoe heeft bestemd, waarvan Hij aan alleen zekerheid heeft gegeven door Hem uit de doden op te wekken.’
Na twee jaar gevangen gezeten te hebben vanwege aanklachten en aanslagen door de Joden – die niets willen weten van Jezus Christus en een opstanding uit de doden, krijgt Paulus de gelegenheid om een getuigenis af te leggen voor de KONING AGRIPPA, de opvolger van Herodes, en dit getuigenis draait om de opstanding:
‘Daar ik nu hulp van God heb verkregen, sta ik tot op deze dag en getuig voor klein en groot zonder iets te zeggen buiten wat de profeten en Mozes hebben gesproken dat zou gebeuren: dat de Christus moest lijden en dat Hij als eerst uit de opstanding van de doden een licht zou verkondigen zowel aan het volk als aan de volken.’
Vreemd genoeg is de centrale boodschap van het christendom verdrongen door iets totaal anders, namelijk het geloof in een voortleven van de ziel na de dood. Maar hoewel de bijbel dit laatste niet ontkent is dat absoluut niet de kern. Een voortleven van de ziel na de dood is een boodschap die het christendom gemeen heeft met veel verschillende religies. De indruk kan daardoor ontstaan dat het allemaal op hetzelfde neerkomt en tegenwoordig denken veel mensen dat dan ook. Dit wordt door BEPAALDE KERKEN zelfs gepromoot, dat er geen essentieel verschil zou zijn tussen de leer van Christus en diverse religies. Maar de kern van de leer van Christus is de opstanding van Jezus Christus uit de doden. De opstanding van Jezus Christus uit de doden wijst vooruit naar de opstanding van uiteindelijk ALLE mensen uit de dood. Hierboven geeft Paulus aan: Hij is 'de eerste uit de opstanding van de doden'. De opstanding van Jezus heeft consequenties voor elk mens die ooit heeft geleefd.
‘WANT EVENALS IN ADAM ALLEN STERVEN, ZO ZULLEN OOK IN CHRISTUS ALLEN LEVEND GEMAAKT WORDEN.’