en alle ogen zullen Hem zien
De lijkwade van turijn
Simon Petrus dan kwam en volgde hem, en ging het graf wel binnen en zag de doeken liggen. En de zweetdoek, die op Zijn hoofd geweest was, zag hij niet bij de doeken liggen maar afzonderlijk, opgerold, op een andere plaats. Toen ging ook de andere discipel, die het eerst bij het graf gekomen was, naar binnen, en hij zag het en geloofde.
Er bestaan drie grafdoeken in de wereld die met een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid de oorspronkelijke grafdoeken zijn waarin Jezus Christus is begraven en opstond. Het zijn:
(1) De lijkwade van Turijn (Italië)
(2) Het heilige gelaat van Manoppello (Italië)
(3) De zweetdoek van Oviedo (Spanje)
De meest bekende grafdoek is de lijkwade van Turijn. Belangrijke data in verband met deze lijkwade zijn de volgende:
1353 – De eerste officiële historische melding van de lijkwade in Lirey (Frankrijk)
1532 – Zware beschadigingen van de lijkwade vanwege een brand in de kapel waar het werd bewaard
1578 – Transport van de lijkwade naar Turijn, waar het doek zich sindsdien bevindt
1898 – Een foto, gemaakt door Secondo Pia, maakt duidelijk dat de afbeelding op het doek een negatief is. Het negatief van de foto van de lijkwaden bleek de normale afbeelding van een gezicht te geven.
1978 – De lijkwade wordt vijf dagen keer 24 uur onderworpen aan een grootscheeps onderzoek door een team van drie wetenschappers en dertig experts op allerlei gebied (STURP – Shroud of TUrin Research Project).
1988 – Een C-14- daterings-test lijkt uit te wijzen dat het doek zou dateren uit een jaar ergens tussen 1260 en 1390
2005 – Ray Rogers, chemicus en lid van het STURP-team schrijft zijn allerlaatste artikel, waarin hij aangeeft dat de in 1988 uitgevoerde C-14-dateringstest niet valide is omdat het monster van het doek niet representatief is voor het doek als geheel. Het monster was genomen van één van de hoeken en het bleek deels te bestaan uit geverfde katoen, terwijl het een linnen doek betreft. De geverfde katoen betreft een reparatie, die is uitgevoerd in de Middeleeuwen.
Er zijn diverse zeer goede documentaires over de lijkwade van Turijn.
Een goede eerste documentaire, die veel informatie over de lijkwade op een rijtje zet, is deze:
The Shroud of Turin: Proof of Authenticity Beyond Reasonable Doubt (1 of 2)
We geven hieronder een samenvatting in het Nederlands:
Allereerst wordt een korte historische terugblik op de lijkwade van Turijn (the shroud) gegeven met de C-14-datering van 1988 als definitief einde voor de lijkwade als serieuze kandidaat voor de werkelijke grafdoek van Jezus Christus. Vervolgens noemt de video een groot aantal argumenten waarom de C-14-datering als onjuist moet worden verworpen en de grote mate van waarschijnlijkheid dat dit inderdaad Jezus’ grafdoek is.
(1) Een bekend Archeologe geeft aan dat C-14 onbetrouwbaar is vanwege allerlei vaak onbekende factoren die de datering zwaar kunnen beïnvloeden
(2) Het gaat om een doek van zeer dicht handgeweven linnen, overeenkomend met de Bijbelse gegevens, terwijl deze kwaliteit linnen zeer schaars was in de Middeleeuwen; sporen van eerdere herstelwerzaamheden aan het doek lijken te komen vanuit het Midden-Oosten omdat katoen eveneens weinig voorkwam in Middeleeuws Europa. De afmetingen komen precies overeen met 8 x 2 syrische el, de standaardmaat in Bijbelse tijden.
(3) De hongaarse gebeds-codex uit de twaalfde eeuw toont een afbeelding met grote gelijkenissen met de shroud, te groot om toevallig te zijn (a) de gekruiste handen zonder zichtbare duimen, (b) het kenmerkende weefpatroon en (c) de kenmerkende gaten, die samen een “L” vormen. Dat geeft aan dat dit doek al bestond in de twaalfde eeuw, honderd jaar voordat het ‘voor het eerst’ opdook in Frankrijk.
(4) Een alternatieve datering door Ray Rogers in 2005 op basis van het percentage Vanille in de Lignin van de planten waarvan het linnen is gemaakt. Op basis daarvan dateerde Rogers het doek uit ca 700 of van vroeger datum.
(5) De zweetdoek van Oviedo vertoont bloedsporen die volgens forensisch analisten corresponderen met bloedsporen op de lijkwade. Het doek van Oviedo arriveerde in het jaar 631 in Spanje. De lijkwade moet dus minstens zo oud zijn. Bovendien (a) is in beide gevallen sprake van bloedgroep AB (komt slechts voor bij 3% van de wereldbevolking en komt vooral voor in het Midden Oosten) (b) Is sprake van X- en Y-chromosomen, het gaat om bloed van een man en (c) Is sprake van een hoge concentratie bilirubin in het bloed, wat wijst op zware foltering.
(6) Een document uit de zesde eeuw verhaalt hoe een groep priesters met een linnen doek rond trokken in het huidige Syrië en Turkije, met daarop een afbeelding van Jezus. Sindsdien veranderde de manier waarop Christus werd afgebeeld in iconen van een jonge romeinse man zonder baard naar een man die als twee druppels water lijkt op de afbeelding van de lijkwade.
(7) De anatomische juistheid van alle wonden op de lijkwade wordt bevestigd door kennis, die pas na de vondst van de lijkwade is opgedaan over de manier van kruisigen, zoals de geseling, de spijkers door de polsen en door de enkels, niet door de handen en de voeten, de steekwonden van een doornenkroon, de afmetingen van de wond in de zijde in vergelijking met een romeinse speer.
(8) Pollen op de lijkwade kwamen gedeeltelijk uit Frankrijk, Constantinopel en de omgeving van Jeruzalem
Een kruisvaarder, Robert de Clari, getuigde van een kleed dat in een kerk in Constantinopel (het huidige Istanbul) op vrijdagen werd getoond en waarop het volledige lichaam van Jezus te zien was. Constantinopel is door de kruisvaarders ingenomen en geplunderd in 1204. Dat is waarschijnlijk de reden waarom het doek anderhalve eeuw later opdook in het land van de kruisvaarders, Frankrijk. Pollen uit Constantinopel zijn op die manier goed verklaarbaar.
(9) Door fotografische bestudering van het doek zijn afbeeldingen gesignaleerd van bloemen en planten, die in gezamenlijke samenstelling alleen voorkomen in een klein gebied onder Jeruzalem. Bovendien komen die bloemen alleen voor in maart en april, het jaargetijde van Christus' kruisiging.
(10) Fotografische bestudering van het doek leidde tot de ontdekking van afdrukken van munten, de Lepton, die gemunt zijn in de jaren 29 – 36 AD door Pontius Pilatus. Daarbij was ook nog sprake van een verkeerde spelling van de afkorting voor de keizer, UCAI in plaats van UKAI, iets wat daadwerkelijk blijkt voor te komen, gezien andere gevonden munten.
(11) Grond, gevonden op de lijkwade, bij de afdruk van de neus, de knieën en de hielen, bleek een zeer specifiek type leem te zijn, dat exact correspondeert met de grondsoort bij de Damascuspoort van Jeruzalem.
(12) De afbeelding van het lichaam op het doek is als een foto. Na deskundige bestudering door het STURP-team van drie jaar en 150.000 manuren op basis van foto’s en Röntgenfoto’s, bleek dat de afbeelding niet afkomstig is van verf of pigment of kunstmatige kleurstoffen. Het beeld is extreem oppervlakkig en wordt gevormd door verkleuring van de bovenste 1 of 2 vezels van de linnen draden, iets wat onmogelijk is met welke verf- of kleurtechniek dan ook. Tot op deze dag is er geen enkele wetenschappelijke verklaring gevonden voor de afbeelding op de lijkwade en heeft niemand die exact kunnen nabootsen. De afbeelding is een negatief. De afbeelding bevat 3-D-informatie, zoals met moderne apparatuur van NASA is gebleken. De meest waarschijnlijke verklaring is een weergaloze uitbarsting van straling, wat een bewijs is voor de keiharde historische waarheid van de opstanding.
Vreemd is, dat het volledige STURP-team na onderzoek overtuigd was van de historiciteit van de lijkwade, terwijl de kerk daar sceptisch over blijft en de historiciteit niet wil onderschrijven.
Het enige gegeven dat de historicitiet van het doek tegenspreekt is de C-14-datering uit 1988. Dat is in de officiële media nog steeds de basis voor de aanname dat het gaat om een Middeleeuwse vervalsing. In 2005 is aangetoond dat het monster van het doek, dat afkomstig is uit één van de hoeken en dat in 1988 werd gebruikt voor de C-14-daterings test, onderdeel was geweest van een restauratie in 1532, nadat het doek zwaar beschadigd was geweest door een brand. Er is bij die Middeleeuwse restauratie waarschijnlijk gebruik gemaakt van de techniek die bekend staat als ‘Frans weefwerk’, waarbij nieuwe stof (katoen) wordt gekleurd en vervlochten met de oude stof (linnen) zodanig dat er niets meer van te zien is. Dit kan een verklaring zijn voor een afwijkende en daarom onbetrouwbare C-14-datering.
Een vervolg op deze video geeft meer informatie over alle fouten die bij de C-14-dateringsmethode zijn gemaakt en die voor sommigen aanleiding is om de spreken van een van de grootste wetenschappelijke dwaling uit de geschiedenis.
The Shroud of Turin 1988 Carbon Dating: Triumph or Travesty? (2 of 2)
- 5 oktober 2021 -
De misleidende 1988-datering
We geven hieronder een vertaling in Nederlands van deze video over de 1988-datering van de Lijkwade van turijn
THE SHROUD OF TURIN 1988 CARBON DATING: TRIUMPH OR TRAVESTY? (2 OF 2)
De gezamenlijke argumenten uit de voorgaande video maken op basis van diverse soorten bewijsvoering een overtuigende zaak van de lijkwade van Turijn als de werkelijke grafdoek van Jezus Christus. Echter, al dit bewijs werd in 1988 overschaduwd door de C-14-dateringstest, die meer publiciteit kreeg dan alle andere bewijsvoering bij elkaar en die concludeerde tot een oorsprong van het doek tussen 1260 en 1390 na Christus. Het team suggereerde dat winstbejach de reden is geweest voor de Middeleeuwse vervalsing.
Al snel rezen er in wetenschappelijke kringen twijfels over de juistheid van de testresultaten. De test voldeed op zo ongeveer elk onderdeel van het proces niet aan geaccepteerde wetenschappelijke standaarden: planning, transport van de monsters, het afnemen van de C-14-test en de analyse en de rapportage. Een historicus oordeelde dat de C-14 test van de lijkwade van Turijn waarschijnlijk één van de grootste mislukkingen in de geschiedenis van wetenschap zal blijken te zijn.
Een korte uitleg over de werkwijze van een C-14 test: Elk levend organisme op aarde bevat C12 en C14 moleculen in een bepaalde verhouding. Door verloop van de tijd daalt echter het aantal C14 moleculen, terwijl het aantal C-12 moleculen stabiel blijft. Door de verhouding tussen beide te meten, kan de leeftijd van iets dat oorspronkelijk levend materiaal was (linnen, gemaakt van flox-bloemen) worden bepaald.
Het uitvoeren van de C-14 test voor het bepalen van de leeftijd van de lijkwade was vier jaar eerder, in 1984, al voorgesteld door het STURP-team, dat de lijkwade ook in 1978 al had onderzocht. Ze verzochten de Paus de lijkwade nog eens 26 testen te laten ondergaan, waaronder de C-14 test. Het verzoek was goedgekeurd door Kardinaal Ratzinger, de latere Paus. In de jaren die volgden werden de tests ingepland. Ze kwamen overeen tot het volgende protocol:
7 Laboratoria zouden de tests afnemen
volgens 2 Verschillende dateringsmethoden, een oude en een nieuwe
Supervisie door Michael Tight van het Brits Museum
Monsters zouden genomen worden uit drie verschillende plaatsen op het doek
De monsters zouden geselecteerd en afgeknipt worden door het STURP-team
Ieder lab zou de fragmenten van de lijkwade testen en twee controle monsters
De supervisor zou de leeftijd van de controle monsters kennen en kon daardoor de nauwkeurigheid van de testresultaten controleren
Er zou sprake zijn van een blinde test, zodat labs niet zouden weten welke monsters van de lijkwade waren en welke de controle monsters
Niemand zou de testuitslagen te horen krijgen, behalve personen die door de supervisor waren geautoriseerd.
De labs zouden de tests onafhankelijk van elkaar uitvoeren en geen informatie uitwisselen
De testresultaten zouden door drie instituten statistisch worden geanalyseerd, het Brits Museum, het Turijn meteorologisch instituut en de Pauselijke academie van wetenschappen.
De drie genoemde instituten zouden met de labs overleggen voordat akkoord zou worden gegeven voor de finale resultaten.
Dit zijn prachtige uitgangspunten. Echter, de groep die tot deze uitgangspunten besloot was allesbehalve harmonieus.
Het C-14 team vond alle eerdere resultaten irrelevant en anderen verdachten dit team ervan alleen belust te zijn op publiciteit en geld.
De C-14 wetenschappers bekeek het STURP-team als een stelletje godsdienstfanaten, omdat zij op grond van eerder onderzoek besloten tot de authenticiteit van het doek. Zij vonden dat het voltallige STURP-team van het onderzoek moest worden uitgesloten omdat 'dit team te veel in verleiding konden komen de onderzoeksresultaten te sturen'.
Uiteindelijk kregen de C-14-lieden hun zin en werd door de RK-kerk besloten het volledige STURP-team buiten het onderzoek te houden en het onderzoek bovendien te beperken tot alleen de C-14 dateringsmethode (terwijl het STURP-team de test had geadviseerd, samen met nog 25 andere testen, die allemaal werden geschrapt). Besloten werd de test te baseren op slechts één monster van het doek. In plaats van 7 gingen slechts 3 laboratoria de test uitvoeren. In plaats van twee methoden, gebruikten ze er maar één, de nieuwere methode.
Het éne monster dat werd gekozen was het slechts denkbare: één van de hoeken van het doek, die vaak waren aangeraakt en waaraan het doek bij openbare tentoonstellingen steeds werd vastgehouden. Bovendien bleek deze hoek ook beschadigd door een brand in 1532.
Het hoekstuk werd in drieën gedeeld voor de drie laboratoria. De controle monsters kwamen uit een doek die totaal anders was geweven, zodat de labs duidelijk konden zien welke monsters van de lijkwade kwamen en welke de controle monsters waren. Er was dus geen sprake van een blinde test.
De kardinaal, zijn wetenschappelijk adviseur en test supervisor Michael Tight, van het Brits Museum, deden de monsters in drie cilinders maar dit deel van het protocol mocht niet worden gefilmd – terwijl eerder was afgesproken dat de gehele procedure zou worden gefilmd. Bovendien liet Tight ad-hoc tegelijkertijd nog een derde reeks samples testen. Omdat daar geen cilinders voor waren – er was niet op gerekend – werden die in enveloppen gedaan. Het ging om een dertiende-eeuws gewaad, toevallig uit dezelfde tijd waar de testresultaten van de lijkwade uiteindelijk op uit bleken te komen. Door afwezigheid van camera’s konden de monsters gemakkelijk verwisseld worden. Het betekende in ieder geval dat weer een onderdeel van het aanvankelijk overeengekomen protocol werd genegeerd. Bij het inleveren van alle monsters bij de drie labs, werd erbij verteld wat de leeftijden waren van de controle monsters, zodat de validiteit van de hele procedure volledig werd ondermijnd. Voordat werd overgegaan tot testen werden de monsters gewogen en twee gewichten daarvan klopten niet met de oorspronkelijke weging in Turijn. Die gewichtsverschillen zijn verklaarbaar als de monsters inderdaad waren verwisseld.
Ook het protocol over de communicatie van de resultaten werd met voeten getreden. Door het Arizona Lab werd een vertegenwoordiger van het vaticaan geweerd maar een wetenschapper die eerder uit het onderzoeksteam was gezet, mocht erbij zijn en omdat hij een weddenschap had afgesloten met zijn assistent, belde hij haar de resultaten direct na bekendmaking door. Het Zurich lab liet een volledig camarateam van de BBC bij de test aanwezig zijn. Het Oxford lab begon pas in Juli te testen. In augustus begonnen Engelse kranten al in grote koppen te schreeuwen dat de lijkwade van Turijn een vervalsing was, nog voordat de resultaten waren gecommuniceerd aan de kerk. Twee weken voor publicatie van de resultaten verscheen er al een boek ‘de lijkwade ontmaskerd’ met de conclusie dat het doek fake was. De professor die verantwoordelijk was voor het Oxford-lab schaamde zich nergens voor maar gaf aan dat het ondoenlijk was om de resultaten af te schermen voor het grote publiek. In weerwil van het protocol werden de testen niet tegelijkertijd uitgevoerd. Uiteindelijk moet worden geconcludeerd dat van alle 12 vooraf afgesproken protocollaire eisen, er slechts één is nageleefd: die van supervisie door het Brits Museum. Daarbij heeft dhr. Tight van dat Museum, gezien zijn voortdurende schending van protocollen en gezien onderstaande statistische analyse, een zeer kwalijke rol gespeeld, zodat ook dit punt in wezen een wassen neus bleek.
Tot dusverre kan geconcludeerd worden dat slechts sprake was van zeer onprofessioneel gedrag door wetenschappers en laboratoria. Echter als een statistische analyse op de resultaten wordt losgelaten, kan alleen geconcludeerd worden dat opzettelijk gestuurd werd in de richting van één bepaalde conclusie: het doek moest alom bekend worden als middeleeuwse vervalsing.
Uiteindelijk werd de statistische analyse uitsluitend uitgevoerd door het Brits Museum en werd het wetenschappelijk college in Turijn buitengesloten – opnieuw in tegenspraak met het protocol. Pas een jaar na de wereldwijde publicatie en verspreiding van de conclusies, werden de testresultaten prijsgegeven. Daaruit bleek dat – in tegenstelling tot de controle monsters en de monsters die ter elfder ure werden toegevoegd - de drie monsters van de lijkwade onderling enorme verschillen vertoonden, zozeer dat de frequentieverdelingen nauwelijks overlapten. Dat kan alleen als de monsters genomen zouden waren van verschillende doeken.
Wel leek er verband te zijn tussen de geschatte leeftijden en de plaats van elk monster in het afgeknipte hoekstuk van het doek. Hoe verder naar rechts, hoe ouder het doek was.
Dit maakt de gehele test zo onbetrouwbaar (de betrouwbaarheid kwam op slechts 5%) dat nog maar nauwelijks een conclusie over de leeftijd van het doek getrokken kon worden. Vijf procent is op het randje. Bij het narekenen van de betrouwbaarheid bleek dat die 5% ook nog een onjuiste afronding naar boven was. Feitelijk was de betrouwbaarheid onder de minimaal toelaatbare grens en wel 4,176%, afrondend: 4%. Er had geen enkele conclusie getrokken mogen worden. Dat weet iedere middelmatige HBO-student. Een student die dit in zijn afstudeeropdracht zou hebben gepresteerd, zou een zware onvoldoende hebben gekregen. En dan te bedenken dat 21 zogenaamde wetenschappers het finale test rapport hebben ondertekend.
Zelfs die 4,176% was nog te hoog want er zat een fout in de berekeningen van het Arizona lab. Die bleek een veel dichtere frequentieverdeling te hebben dan uiteindelijk opgegeven, zodat het beetje overlap dat nog tussen de doeken bestond, volledig wegviel en de betrouwbaarheid omlaag ging.
Na het afwijzen van vele verzoeken op inzage van de test-data, werd in 1997 eindelijk inzage verleend in de Arizona testresultaten aan een Belgische chemicus. Hij ontdekte dat er door het Arizona-lab geen vier maar acht tests waren gedaan. Het lab was door wetenschappers gevraagd om testresultaten te mengen om te komen tot een gewenste uitkomst. Na correctie voor de feitelijke acht testresultaten, komt de betrouwbaarheid uit op 1,359%, ver onder de 5% en dus totaal ongeschikt voor het trekken van conclusies.
Na nog vele verzoeken op test-data te hebben afgewezen, werd een FOIA-verzoek in 2017 toegekend door een rechter en werd het Brist Museum gedwongen alles prijs te geven. Hieruit bleek dat niet alleen het Arizona lab maar dat alle drie laboratoria meer tests hadden gedaan dan opgegeven.
Het Brits Museum heeft dus (1) nagelaten de testresultaten volledig openbaar te maken (2) de frequentieverdeling van het Arizona lab opgerekt en (3) de resulterende betrouwbaarheid verkeerd afgerond. Alleen op deze manier lukte het de wetenschappers nog net om een 'geslaagd' testresultaat te laten zien – en 21 wetenschappers gingen akkoord. Wetenschap blijkt een geldgedreven business, waar de waarheid van nul en generlei waarde is. Alleen al het Oxford lab ontving na de publicatie van de resultaten 100.000 pond van ITV een 1.000.000 pond van een consortium van zakenmensen. En Tight, van het Brits Museum mocht de positie van professor Hall innemen, die vlak na de publicatie met pensioen ging. De hele 1988-datering druipt van belangenverstrengeling en persoonlijk gewin.
Een belangrijke vraag is waarom de drie monsters van de lijkwade, die allemaal genomen zijn uit dezelfde hoek van het doek, zulke afwijkende testresultaten gaven, nadat ze elk door een ander lab op leeftijd waren getest. Dat de controle monsters qua datering wel dicht bij elkaar in de buurt uitkwamen sluit de mogelijkheid uit dat het heeft gelegen aan de onnauwkeurigheid van de test-apparatuur van de verschillende laboratoria.
Is het mogelijk dat het doek in die hoek verontreinigd is geweest, en dat dit geleid heeft tot zulke verschillende testresultaten? Diverse theorieën zijn door de jaren naar voren gekomen. De meest plausibele verklaring werd door een Amerikaans echtbaar naar voren gebracht na bestudering van foto’s van het doek van 1978. De specifieke visgraatstructuur van het weefwerk ontbrak in de hoek waar de monsters voor datering vandaan kwamen. Hun suggestie was, dat dit het gevolg is van een reparatie uit de zestiende eeuw naar aanleiding van beschadiging van het doek door een brand. Het linnen uit de eerste eeuw zou dan vermengd zijn geweest met katoen uit de zestiende eeuw, dat geverfd was om de reparatie onzichtbaar te maken. En omdat de reparatielijn schuin over de hoek liep waar de drie monsters uit genomen werden, is op die manier verklaarbaar dat de geschatte ouderdom verschoof in één richting. De foto’s van de hoek van de lijkwade werden naar drie textiel-experts gestuurd, zonder erbij te vermelden dat het om de lijkwade van Turijn ging en alle drie kwamen ze tot de conclusie dat het ging om een reparatie met nieuw weefsel.
Toen het echtpaar de bevindingen in een artikel publiceerden, werd het door de wetenschappelijke wereld afgewezen als speculatie van enthousiaste amateurs. Vooral Ray Rogers, die deel uitmaakte van het STURP-team van 1978 was bijzonder verontwaardigd over de publicatie. Omdat hij de beschikking had over de monsters, besloot hij de theorie van het echtpaar onderuit te halen. Maar in plaats daarvan zag hij dat de monsters vol zaten met katoen. Daarbovenop werden ook verfstoffen gevonden in de monsters, terwijl het doek in 1978 vrij van verfstoffen bleek, toen de bloedplekken werden onderzocht. Ray Rogers was er daarna van overtuigd dat men in 1988 opzettelijk een onbetrouwbaar monster heeft genomen. Ze hadden de beschikking over alle ultraviolette foto’s uit het STURP onderzoek van 1978, waaruit duidelijk bleek dat de hoek niet represtentatief was voor het gehele doek. Het was duidelijk de allerslechtste regio om monsters voor een datering uit te halen.
In 2005 heeft Rogers zijn bevindingen gepubliceerd in peer reviewed’ artikel een wetenschappelijk blad op gebied van chemische wetenschappen. Echter, deze bevindingen kregen lang niet de enorme publiciteit die gegeven werd aan de totaal verkeerde datering van 1988. Net als alle andere bewijzen voor de authenticiteit van de lijkwade van Turijn blijft het in de schaduw en wordt de grote massa nog steeds misleid. Niet de lijkwade van Turijn is de vervalsing maar de 1988-datering, die opzettelijk gemanipuleerd is om de hele wereld op het verkeerde been te zetten.
Nawoord
Het grote geld stuurt niet alleen de wetenschap maar ook de media. Wereldwijd leven mensen in een schijwereld die is gecreëerd door de bankiers van deze wereld. De bankiers en groot-industriëlen zijn instrumenten van satan, die via de machtigen der aarde de hele wereldbevolking bij de redding in Christus Jezus probeert weg te houden. De resultaten van het STURP-team van 1978, dat de authenticiteit van de lijkwade vaststelde, was samen met zangers als Keith Green, bezig een enorme Geestelijk opwekking in de VS op gang te brengen. Keith Green is in 1982 vermoord in een vliegtuigongeluk. (Deze moorden worden allemaal 'wit gewassen' door desinformatie. Ineens zou de piloot niet kundig zijn geweest en zou het gewicht (12 mensen aan boord van een 7-zitter) het ongeluk hebben veroorzaakt. Van de 12 waren er echter 8 kinderen, 1 van twee, 2 van drie, 2 van vier, 2 van zeven en één van twaalf en als men de gewichten van kinderen opzoekt en alle gewichten optelt komt men tot: 1x13 + 2x15 + 2x17 + 2x22 + 1x42 + 4x80 = 483 kg; maximaal gewicht: 7x80 = 560 kg. Er was dus geen sprake van te veel gewicht in het vliegtuig, terwijl dat wel alom wordt beweerd. De piloot had ruime ervaring als vliegenier in het Amerikaanse 'US Marine Corps' maar omdat het gewicht in het leger door iemand anders wordt gemonitoord, zou hij daarop onvoldoende hebben gelet (12 mensen in een vliegtuig voor 7 personen) - maar er was geen sprake van overgewicht. Niemand maakt echter een simpele berekening als hierboven. Een 'coverup', noemt men dergelijke berichtgeving. Een 'coverup', zeker als er veel publiciteit en moeite in wordt gestoken, is een extra bewijs voor moord. In 1988 is de populariteit van de lijkwade 'vermoord' in een corrupte C-14-datering.
'Onze strijd is niet tegen bloed en vlees maar tegen de overheden, tegen de machten, tegen de wereldbeheersers van deze duisternis, tegen de geestelijke machten van de boosheid in de hemelse gewesten.'
- 12 oktober 2021 -
Shroud of Turin In about 100 minutes
Hieronder volgt de vertaling in het Nederlands van een video die goed uitlegt hoe nauwkeurig de Lijkwade van Turijn aansluit op de gegevens in de evangeliën. Bovendien worden veel bewijzen voor de authenticiteit van het doek aangedragen.
Shroud of Turin In about 100 minutes
0:00 Wie is ‘William Guy’, de presentator van de videobeelden
1:40 Guy merkt dat er een aanval gaande is op het Christelijk geloof in de VS, vooral onder jongere generaties. Het zou immoreel zijn om te geloven dat Jezus de enige Weg tot God is. Echter, de Bijbel laat geen ruimte voor andere religies. De Bijbel geeft aan: ‘uit Hem, door Hem en tot Hem zijn alle dingen'. Alle dingen worden hersteld uitsluitend en alleen door het werk van Jezus aan het kruis. Dat Jezus God was, bewees Hij door alle wonderen die Hij verrichtte en door zijn opstanding uit het graf. De boodschap van Jezus verspreidde zich in de tijd, direct na de gebeurtenissen, terwijl de ooggetuigen nog in leven waren en de verhalen konden bevestigen of ontkennen. Welk wonder hebben wij, waaraan we kunnen zien dat Jezus Zoon van God is? Het wonder dat 2000 jaar heeft overleefd, is de lijkwade van Turijn. Het is geen klinkklaar bewijs maar het doek is dermate wonderlijk, dat het alleen verklaarbaar is met de opstandig van Jezus.
10:00 De Lijkwade van Turijn is het historische voorwerp dat het meest bestudeerd is van alle voorwerpen uit de geschiedenis. Duizenden uren, voor honderdduizenden euro’s. Een belangrijke vraag die gesteld moet worden is wat een eventuele vervalser moet hebben geweten en beheerst om de Lijkwade te kunnen construeren. Allereerst is de gestalte op het doek van dichtbij niet waarneembaar. Je moet circa 10 voet (3 meter) afstand van het doek nemen om een figuur te kunnen zien. Bovendien is sprake van beeld in negatief. De persoon die staat afgebeeld op de lijkwade mat tussen 5’11 ½’’ en 6’2’’, dat is tussen 1,80 en 1,88 cm.
De oudste verdachtmaking van de lijkwade van Turijn als vervalsing komt uit 1389, van een Franse Bisschop, die beweerde dat zijn voorganger had geproken met de kunstenaar die de vervalsing had vervaardigd. De naam van de kunstenaar wordt niet genoemd. Het papier waar dit op geschreven stond, is nooit verzonden naar de Paus. Mogelijk voelde de bisschop zich gepasseerd omdat de toenmalige eigenaar van het doek rechtstreeks aan de Paus had gevraagd om een openbare tentoonstelling van het doek.
Voorafgaand aan 1898 was er buiten de Katholieke Kerk geen belangstelling voor de Lijkwade van Turijn. Er waren veel relieken in omloop, waarvan de meeste namaak waren. Er waren nog geen technieken om historische voorwerpen te testen. In 1898 werd de eerste foto van de Lijkwade genomen door Secondo Pia. Het negatief bleek veel herkenbaarder te zijn dan het doek zelf. Hij concludeerde dat het doek zelf een negatief was en dat het negatief van het negatief dus een positief opleverde. Een vervalser zou dus een negatief moeten kunnen genereren, honderden jaren voordat de fotografie werd uitgevonden.
18:00 Hier begint het gedeelte over de anatomische studie van de Lijkwade, die vertelt over het verschrikkelijke lijden dat de Heer gedragen heeft. Het begint in de hof van Gethsémané, waar de Heer bidt: Vader, indien het mogelijk is, laat deze beker aan Mij voorbij gaan. De Lijkwade toont de lichamelijke kant van de ‘beker’ waarover de Heer bad.
19:00 Hier gaat de presentatie kort in op het Juridische proces. Voor het Sanhedrin, waar ze geen geldige aanklacht tegen Hem vinden, gaat de rechter, Kajafas, zelf onder bezwering vragen stellen aan Jezus, waarop Hij vervolgens wel moet antwoorden. Hij zegt dat Hij inderdaad de Christus is. Daarop wordt de veroordeling uitgesproken. Bij gebrek aan bewijs moest het bewijs dus ter plekke worden gevormd. Jezus wordt dan al geslagen door de gerechtsdienaren en door het ‘personeel’.
De volgende ochtend is er nog een kort showproces in de tempel (kamer van de gehouwen stenen), waar het gaat om de vraag of Jezus de Zoon van God is. Als Jezus ook die vraag bevestigend beantwoord (het ‘bewijs’ ontstaat weer tijdens het proces), dan wordt Hij meegevoerd naar Pilatus omdat het de Joden sinds de installatie van een stadhouder, niet langer geoorloofd was zelf iemand ter dood te brengen. (Dit was overigens een teken dat ‘Silo’, de Messias in hun midden was, gezien Genesis 49:10).
Pilatus heeft geen zin zijn handen te branden aan de populaire Rabbi en hij stuurt de aanklagers met Jezus door naar de jurisdictie van Herodes (omdat Jezus oorspronkelijk uit Galilea kwam). Die denkt te maken te hebben met Johannes de Doper, die hij liet onthoofden. En hij hoopt dat Jezus wonderen zal doen. Jezus zwijgt echter en Herodes stuurt Hem terug naar Pilatus.
Pilatus geeft aan geen schuld in Jezus te vinden en stelt voor Hem te geselen en dan los te laten. Hoewel het proces dan direct doorgaat met het schreeuwen van de Joden om Jezus’ kruisiging, gaat de presentator eerst in op de betekenis van ‘geseling’. Dat was namelijk al een vreselijke straf. Die werd uitgevoerd bij een paal door twee ‘lictors’. De gesel die werd gebruikt in geval van een tot de kruisdood veroordeelde was een zweep met loden balletjes aan het uiteinde. De Romeinen maakte ruimschoots gebruik van dit soort folterinstrumenten. Er waren drie niveau’s waarop de ‘flagrum’ kon worden gebruik: (1) fustagatio (slaan) (2) flagellatio (geseling) en (3) verberatio (hevige geseling). Er zijn twee soorten gesels, met loden ballen en met scherpe stukken bot of scherf. In de film ‘The Passion’ wordt die laatste getoond. Echter, dat zou direct de dood tot gevolg hebben gehad. Daarom is geconcludeerd dat het hier moet hebben gegaan om de gesel met loden ballen aan de uiteinden.
Als we kijken naar de rug van de man van de Lijkwade, dan heeft hij 90 – 120 klappen gehad met een gesel van twee of drie koorden met aan het eind steeds twee loden balletjes. De geseling was een standaardprocedure in geval van kruisiging. Cicero noemde kruisiging de meest extreme straf voor slaven. Josephus noemde het de meest beklagenswaardige dood. Lictors kregen vooraf instructie om zwaar te kastijden dan wel om door te slaan tot de dood erop volgde. Om die reden wisselden ze van zweep, met of zonder loden balletjes, zodat lichaamsdelen met oppervlakkiger aderen niet te veel bloedverlies zouden opleveren. Die twee typen zweep zijn zichtbaar op de Lijkwade van Turijn. De geseling heeft op het lichaam van de gekruisigde 372 bloedplekken veroorzaakt, 159 van voren en 213 van achteren.
26:30 Uit de analyse van het bloed bleek, dat het hoge concentratie van bilirubin bevatte, wat overeenstemt met den enorme folteringen, die eveneens blijken uit de Lijkwade. Normaliter bevat bloed maar zeer weinig bilirubin. Onder zware geseling wordt komt Hemoglobine uit het bloed vrij, dat wordt afgebroken in bilirubin. Het type bloed is AB, wat wereldwijd weinig voorkomt maar normaal is voor het Midden Oosten. Een vervalser uit de Middeleeuwen zou met al deze geneeskundige aspecten van het doek rekening moeten hebben gehouden – terwijl men in de Middeleeuwen nog niets wist van bloedgroepen en van bilirubin. Verder bleek na zorgvuldig onderzoek dat onder de bloedvlekken geen beeld aanwezig was van de ‘man van de Lijkwade’. Dat zou betekenen dat de bloedvlekken eerst op het doek zijn aangebracht. Een Middeleeuwse vervalser zou dus eerst de bloedvlekken aangebracht moeten hebben en daarna pas het beeld erop hebben gevormd – zeer onlogisch.
29:55 Jarenlang was er onenigheid over de vraag of het lichaam vooraf was gewassen of niet. Men dacht van niet omdat er nog zoveel bloed op het doek aanwezig is en er ook weinig tijd was voor het wassen van het lichaam. De presentator gaat ervan uit dat het is gewassen. Na hartstilstand duurt het nog 150 minuten voordat het bloed volledig is gestold. Toen Jezus van het kruis werd gehaald zat Jezus onder het bloed, zodat de afzonderlijke wonden niet zichtbaar waren. Ze hebben Hem dus gewassen en in linnen gelegd, waarna het bloeden nog korte tijd aanhield, zodat de plekken van de geseling afzonderlijk zichtbaar werden.
32:00 Na de geseling sloegen de soldaten Jezus om beurten in het gezicht en op het hoofd. Hij was al in het gezicht geslagen door de gerechtsdienaren en de tempeldienaren. De Romeinen hadden een spel, genaamd ‘Bazelinda’, waarbij de geblinddoekte moet raden wie hem sloeg. Pas als hij het raadt stopt het. Het gelaat op de Lijkwade toont een gezwollen, misschien gebroken neus, een gezwollen linkerwang, een zwelling boven beide wenkbrauwen een gescheurd linker ooglid, een grote zwelling onder het rechteroog, een kneuzing op de rechterwang, een gezwollen rechterkin en een deels uitgetrokken baard (vanwege de asymmetrie).
33:20 Hij was geslagen omdat Hij Koning was. De lictors wilden weten wat de veroordeling was. De ernst van de misdaden compenseerden het mogelijk schuldgevoel dat het toebrengen van geselslagen gaf. ‘Koning der Joden’, was een nieuw soort veroordeling. De doornenkroon paste mooi bij die veroordeling. Deze kroon was veel meer een ‘kap’ dan een ronde cirkel. Zo beschrijft de Bijbel het ook. Vele Joden werden in die tijd gekruisigd. Deze kroon was uniek voor de kruisiging van Jezus. Daarom is dit óf een vervalsing óf feitelijk het doek van Jezus. Tot slot liet Pilatus het volk nog kiezen tussen Jezus en Barabbas. Vanwege de enorme aandrang van de Joodse elite, koos het volk voor Barabbas en Pilatus waste zijn handen ‘in onschuld’.
37:20 Daarna moest Jezus het kruis dragen over de ‘via dolorosa – niet heel lang maar wel erg steil-, alleen de ‘patibulum’, de horizontale dwarsbalk, die wel zo’n 50 kilo kon wegen (100 pond). Dit was ondoenlijk voor iemand met zoveel bloedverlies. Johannes zegt dat Jezus Zelf zijn kruis droeg terwijl de andere evangelisten vertellen dat Simon van Cirene het droeg. Jezus begon het zelf te torsen maar na een aantal malen gevallen te zijn, werd Simon gedwongen het over te nemen. Dit komt overeen met de bloedvlekken op de schouderbladen, die veel meer samenvloeien tot één ‘rauwe vleesmassa’, het gevolg van het dragen van de balk en van het schuren langs het kruis tijdens de kruisiging. De knieën laten ook beschadigingen zien, overeenkomende met herhaaldelijk vallen op de Via Dolorosa.
39:07 In de kunst is de kruisiging van Jezus altijd afgebeeld met de nagels door de handpalmen. Ook verfilmingen lieten de nagels door de handpalmen gaan. Maar op de Lijkwade is zeer duidelijk dat de nagels door de polsen zijn gegaan. Dat is nooit nagevolgd in de kunstgeschiedenis. Het werd kennelijk niet begrepen. Een zeker Pierre Barbet, een hoofdchirurg in St Josephs ziekenhuis in Parijs in de jaren ’30 wilde uitzoeken of het mogelijk was iemand aan de handpalmen te kruisigen. Hij had toegang tot alle lijken, die niet werden geclaimd en hij hing ze op aan de muur. Hij kwam erachter dat het onmogelijk was iemand aan handpalmen te kruisigen. Het houdt nog geen 50 kilo. Er is namelijk geen bot in de hand die uitscheuren tegengaat.
Wat hij ook ontdekte was, dat als hij de spijkers door de polsen joeg, de zenuwen in werking traden die zorgden voor spiecontractie van de duimen, zodat die verdwenen naar de binnenkant van de hand. Dat is iets dat ook duidelijk zichtbaar is op de Lijkwade: de duimen ontbreken.
Een zekere Fred Zugibe, het hoofd van de medische staf van in New York, was het niet eens met Barbet en wist van een vrouw die met een mes was gestoken in de palm van haar hand en dat mes kwam aan de andere kant weer tevoorschijn bij de rug van haar pols. Met andere woorden: Je kunt wel iemand in de palmen vastspijkeren aan een kruis als je maar bij de polsen weer uitkomt. We zien bij de rug van de hand van de man op de Lijkwade dan ook een ‘uitgangswond’, waar de spijker weer naar buiten kwam, altijd bij de pols. Om die reden is de Lijkwade anatomisch volledig correct, gezien alle kennis die later, naar aanleiding van de Lijkwade verworven is. Maar hoe kan een Middeleeuwse vervalser dat allemaal hebben geweten?
44:30 De spijker in de voet is waarschijnlijk tussen het tweede en het derde middenvoetsbeentje door gegaan.
44:50 Hoe beëindigt men een kruisiging? Eén mogelijkheid is het breken van de benen. Dat blijkt uit de Bijbelse gegevens. Anatomisch is het zo dat men hangend aan een kruis niet kan uitademen. Om dat te doen moet men zich opdrukken op de spijkers door de voeten of optrekken aan de spijkers door de polsen. Wanneer je niet langer kunt opdrukken op de voeten (omdat de benen gebroken zijn), sterf je door verstikking: je kunt niet meer uitademen. Ook dat correspondeert met de bloedstroom uit de wond van de pols. Het stroomt in twee verschillende hoeken, 55 graden en 65 graden, de twee houdingen, die aan het kruis moesten worden ingenomen bij in- en uitademen. Hoe heeft een vervalser dat ooit allemaal mee kunnen nemen in zijn vervalsing? Een tweede en een derde reden voor het breken van de benen: het leidde tot vet embolie met de dood tot gevolg en: de gekruisigde kon niet meer ontsnappen, mocht het hem nog lukken van het kruis te komen.
48:00 Echter, bij de man op de Lijkwade zijn de benen niet gebroken, precies zoals van Jezus wordt vermeld in de evangeliën. In 1968 werd het Osuarium (beenderkist) van een zekere Yehohanan gevonden, uit de eerste eeuw na Christus, en daar zaten de spijkers door de polsen en de nagel door het hielbeen. De benen werden gebroken (bij de beëindiging van de kruisiging). Dat was het gebruik. Net als de doornkroon is ook het niet gebroken zijn van de benen een aanwijzing dat het gaat om de Lijkwade van Jezus. Maar nog belangrijker is wat de soldaten deden in plaats van het breken van de benen. Zij staken een speer in Jezus’ zijde, waardoor er water en bloed uit kwam. De Lijkwade vertoont een enorme zijdewond, die precies overeenkomt met de afmetingen van een Romeinse Lancea. Romeinen hadden vier typen speren. De Hasta en de Hasta Velatarus waren ‘wegwerp’ speren, die niet twee keer konden worden gebruikt, zodat de vijand ze niet tegen het eigen Romeinse leger kon gebruiken. De scherpe uiteinden braken bij het raken van de vijand of van de grond. De Lancea was een speer die je niet weg wierp maar in je hand hield, net als het zwaard. Dit is het type dat precies past op de wond in de Lijkwade. Dit is ook het woord dat Johannes gebruikt in zijn evangelie.
52:10 Het evangelie naar Johannes is anatomisch ook zeer nauwkeurig omdat bij zwaar geweld op het gebied van de ribben (geseling), zonder open wond, zich bloed gaat verzamelen tussen de long en de ribbekas, ‘de pleuraholte’. Na enige tijd verdeelt zich dit vocht in twee substanties, onderin het dikkere bloed en daarboven de lichtere sereuze vloeistof. Nadat Christus van het kruis was gehaald en in het doek was gelegd, gutste nog enige tijd bloed uit de zijdewond en dat verzamelde zich in een straal over de onderkant van zijn rug. Dat is duidelijk te zien in de afbeelding van de rugzijde van de man in de Lijkwade. Het is zeer onwaarschijnlijk dat een vervalser hier allemaal rekening mee heeft kunnen houden.
55:00 Nog een detail in de Lijkwade: de onderste buikspier is opgezet. Dat klopt exact met het verschijnsel dat zich in de eerste dagen na de dood onder invloed van bacteriën gas in de buik verzamelt, zodat die aanzienlijk opzwelt.
56:00 Vanaf hier is de focus op het doek zelf. Is het doek in overeenstemming met een grafdoek uit de eerste eeuw? Het doek heeft een beeld-zijde (met de afdruk van de man) en een blanke zijde, zonder beeld. Het beeld penetreert slechts nanometers in het doek. Aan de andere kant is niets te zien. Het is de blanke zijde, die in het graf op de grond heeft gelegen. Deze zijde bevat onverklaarde verontreinigingen in de vorm van calcium kristallen, met sporten van strontium en ijzer. Een zekere Dr. Joseph Kohlbeck in Utah heeft de verontreinigingen onderzocht. Zijn conclusie was dat de samenstelling van de verontreiniging erop wees dat het Travertine Aragonite Kalksteen was. Slechts 23% van alle kalksteen in de wereld is Aragonite en werd gevormd uit schelpen. Een zekere Dr. Eugenia Nitowski onderzocht 54 van de 60 bekende graven in Israël uit de eerste eeuw. Er werd een vergelijking gemaakt tussen de vervuiling op de blanke zijde van de Lijkwade en de monsters uit de graven van Israël en die bleken sterk overeen te komen, met name die van Jeruzalem.
Deze vergelijking is nog eens dunnetjes overgedaan door een zekere Dr. Ricardo Levi Setty van de Universiteit in Chicago en hij vergeleek met een 'ion microprobe analyse' de ‘vingerafdrukken’ van de vervuiling van de achterkant van de Lijkwade met de monsters van Kalsteen uit Jeruzalem en het was een ‘match’. Beide bevatten kleine hoeveelheden ijzer en strontium maar geen lood en de patronen kwamen sterk overeen. Het kleine verschil werd veroorzaakt door flinters linnen (flox) die niet uit het monster van de Lijkwade konden worden verwijderd. Er was geen match met de monsters van andere graven in Israël, alleen met die in Jeruzalem.
- 16 oktober 2021 -
Hij die was en die is en die komt