en alle ogen zullen Hem zien
de geschiedenis in een notendop
Weet je het niet? Heb je het niet gehoord?
Een eeuwige God is de HEER,
schepper van de einden der aarde.
Hij wordt niet moe, Hij raakt niet uitgeput,
zijn inzicht is niet te doorgronden.
Jesaja 40:28
---===000===---
De jaartallen zijn afgerond op eeuwen
---===000===---
Verleden
(1) 4000 voor Christus: De mens gaat in de hof van Eden een verbond aan met de duivel dat gebaseerd is op wantrouwen tegenover God – het zaad van de vrouw wordt de rode draad waarlangs God de mens verlost en de duivel vernietigt (Genesis 3:15)
(2) De duivel krijgt gaandeweg steeds meer invloed en uiteindelijk hebben engelen gemeenschap met vrouwen, wat het menselijk DNA vervuilt en de mens enorme macht geeft (Genesis 6:1-4). 2400 voor Christus: God voorkomt een totale nederlaag (verijdeling van zijn plan met ‘het zaad van de vrouw’) door een zondvloed over de aarde te brengen en de nog DNA-zuivere Noach en zijn zonen te redden (Genesis 6:9)
(3) Hunkerend naar de oude wereld en de enorme vermogens die daarin lagen, bouwt de mens na de vloed in navolging van Nimrod (Genesis 10:8-10) de toren van Babel (waarvan de top tot in de hemel reikt – ‘laten wij ons een naam maken op aarde’ – (Genesis 11:4). God steekt er een stokje voor door de taal te verwarren (Genesis 11:7,8). Sindsdien is de godsdienst der wereldrijken geboren in ‘het grote Babylon’ (Openbaring 17), dat draait om contact tussen mens en godenwereld (demonen). In onze tijd nemen de ‘goden’ de vorm aan van zgn aliens. Dit zijn echter de aloude demonen/afgoden. Er is niets nieuws onder de zon.
(4) 2000 voor Christus: God zondert zich een man af uit de afgedwaalde volkeren der wereld en openbaart zich aan hem, Abraham (Handelingen 7:1-3, Genesis 12:1-3).
(5) 1500 voor Christus: Uit Abraham komt uiteindelijk het volk Israël voort, dat als ‘volk wordt geboren en aan God wordt verbonden’ in de 'exodus' onder Mozes, de verlossing uit Egypte (Exodus 3:7-10). Helaas heeft het volk Israël vanaf het prille begin telkens de neiging om terug te keren naar de godenwereld van de volken om hen heen. Het volk moet steeds weer door God op het rechte pad worden gebracht (Richteren 2:11-19).
(6) 600 voor Christus: Een kleine 900 jaar heeft Israël van God de kans gekregen om Hem trouw te bewijzen maar zij deden het tegenovergestelde en God gaf het volk, Jeruzalem en de tempel in de handen van de wereldrijken, die sindsdien de dienst uitmaken op aarde (2 Koningen 25:8-12). Aan Daniël laat God het verloop van deze wereldrijken zien. Er zouden er in totaal vier opstaan: Babel – Medië/Perzië-Griekenland-Rome (Daniël 2:2:36-44, 7:17-27).
(7) Onder dat laatste wereldrijk wordt ‘het zaad van de vrouw’ eindelijk geboren, de Christus, die de wereld en ieder individu daarin die voor Hem kiest, redt van een totale ondergang (Johannes 3:16, Romeinen 3:23-26). Geheel volgens de Schriften der profeten verwerpt Israël haar eigen Messias door Hem in samenwerking met Rome aan het kruis te nagelen (Mt.26:56, Hand.2:23). God grijpt deze wanstaltige daad van verraad aan om in het offer van Christus de basis te leggen voor zijn verlossingsplan met de mensheid (Rom.11:32-36).
(8) God wekt de Messias op uit het graf. De Messias van Israël is de enige volmaakte Mens die ooit leefde en tevens de Eeuwige Zoon in Wiens gestalte God Zelf temidden van mensen kwam wonen (Rom1:4). Na zijn opstanding krijgt Israël opnieuw de kans zich te bekeren en Jezus alsnog als Messias aan te nemen. Maar de leiding van het volk kiest ervoor om dit aanbod af te slaan en de discipelen te vervolgen (Hand.8:1).
(9) Het heil gaat vanaf dat moment uit naar alle volken van de wereld. Het is de apostel Paulus die hierin een zeer belangrijke rol speelt. God is iets nieuws begonnen, Israël heeft haar rol voorlopig uitgespeeld en God bouwt vanaf de eerste eeuw de gemeente uit alle volken van de wereld (Mt.16:18, Hand.15:14-16, 28:28 Rom.11:11-15, Ef.3:1-6).
Toekomst
(10) Er komt een moment, een ondeelbaar ogenblik, dat God alle gelovigen van alle voorgaande tijden opgewekt uit de graven dan wel in onvergankelijke toestand verandert als ze op dat moment in leven zijn. Deze ‘in Christus ontslapenen en in Christus levenden’ worden door God verplaatst naar de hemel. Deze gebeurtenis ligt nog in de toekomst en staat bekend als de ‘opname van de gemeente’ (1 Thess.4:13-18, 1 Ko.15:51-53).
(11) De opname van de gemeente, samen met de Geest van God die in haar woont, veroorzaakt voor korte tijd een geestelijk vaccuüm, dat meteen wordt opgevuld vanuit het rijk der duisternis (1 Thess.5:1-30, Openbaring 6:1-11. Tegenover het rijk der duisternis plaatst God echter door een krachtige werking van zijn Geest (Openbaring 5:6) een geheel nieuw getuigenis, dat na enkele jaren vooral gevormd wordt met Israëlieten, de 144.000 verzegelden uit 12 stammen. Uit hun werkzaamheid komt een ontelbaar grote menigte van discipelen van het koninkrijk voort (Openbaring 7:4-17).
(12) 3,5 jaar na de opname en 3,5 jaar voor Jezus’ terugkeer wordt de duivel, die de duizenden jaren daarvoor nog toegang had tot de hemel, op aarde geworpen (Openbaring 12:9). Het ‘Grote Babylon’ is er dan in de gedaante van de RK kerk in geslaagd alle religies tot één samen te smeden onder een wereldregering (Openbaring 17:17:1-6). Maar de duivel heeft andere plannen en de wereldleider van het moment maakt een einde aan de macht van de kerk, verbrandt de stad Rome en verplaatst de regering naar Jeruzalem (Openbaring 17:16, Openbaring 14:8, Openbaring 11:1,2). Tegelijkertijd komt God tegemoet aan de aloude wens van de mens om weer contact te hebben met de demonenwereld en de uit de hemel geworpen satan ontvangt de sleutel van de put van de afgrond, waaruit de gevallen engelen van de voortijd waren gebonden (Openbaring 9:1-11, vgl. Openbaring 12:9, Jesaja 14:12, Lukas 10:18). De ramp die dan volgt is niet te overzien. Geholpen door demonische machten, neemt de wereldleider als ‘beest uit de zee’ de totale macht over in de wereld (Openbaring 13:1-8). Hij gaat in de tempel te Jeruzalem zitten en hij laat zich wereldwijd aanbidden alof hij God is (2 Thess.2:3,4, Mt.24:15, Daniël 9:27). Tegelijkertijd is er een krachtige prediking vanuit (a) de 144.000 (Openbaring 7:3-8), (b) twee getuigen in Jeruzalem (Openbaring 11:3-12) en (c) drie engelen (Openbaring 14:6-12), die allemaal ernstig waarschuwen voor 'het teken van het beest en de aanbidding van het beest'.
(13) Na 3,5 jaar maakt de terugkerende Jezus voor 1000 jaar een einde aan de samenwerking tussen de mens en de demonenwereld alsmede de afgodische hunkering daarnaar en Hij vestigt een vrederijk waarin duizend jaar lang gerechtigheid, vrede en geluk heersen. De duivel wordt opgesloten in de afgrond (Openbaring 19:19-20:3). (14) Na duizend jaar wordt de duivel voor korte tijd losgelaten en er ontstaat een wereldwijde opstand tegen God. Alle opstandelingen worden voorgoed uitgeschakeld en de duivel wordt in de poel van vuur geworpen. Alle doden die nog niet eerder opstonden, staan op en worden door God geoordeeld op grond van hun werken. Als zij het verlossingsplan van God verwierpen betekent dat het absolute einde in de poel van vuur (Openbaring 20:7-15). Nergens staat overigens iets over een eeuwige pijniging. Na een kort en zeer hevig lijden houdt men op te bestaan. Daarom noemt de Bijbel deze poel van vuur ‘de tweede dood’. Zij die daaraan wensen te ontkomen, worden door God uitgenodigd om zich te bekeren en te geloven in zijn Zoon, Jezus Christus en zijn verlossingswerk.
‘Zo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft opdat een ieder die in Hem gelooft, niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft’ (Johannes 3:16).
Dit eeuwige leven betreft de eeuwen eeuwen, waarover de Bijbel op zeer veel plaatsen spreekt. Een onbekend aantal komende eeuwen onder de gelukzalige heerschappij van God.
- 1 oktober 2022 -
Tot Hem zijn alle dingen