en alle ogen zullen Hem zien
god en mens
De mens is rentmeester van Gods schepping. Hij kreeg van God de OPDRACHT:
'Wees vruchtbaar, word talrijk, vervul de aarde en onderwerp haar, en heers over de vissen van de zee, over de vogels in de lucht en over al de dieren die over de aarde kruipen!'
De mens heeft alles echter al heel snel verkwanseld. Dat gebeurde doordat de mens zijn vertrouwen stelde op de verkeerde partij, de duivel, die zich voordoet als engel van het licht maar integendeel uit is op de totale vernietiging van de mens. Al duizenden jaren is de mensheid in de greep van de zonde en de dood. Was er iemand die haar daaruit zou kunnen verlossen?
Over de HEERSCHAPPIJ VAN DE ZONDE EN DE DOOD schrijft de apostel Paulus:
'Daarom, zoals door één mens de zonde in de wereld is gekomen, en door de zonde de dood, en zo de dood over alle mensen is gekomen, omdat allen gezondigd hebben.'
De gevolgen van de verkeerde keuze van de mens strekking zich uit over de HELE SCHEPPING:
'Want wij weten dat heel de schepping gezamenlijk zucht en gezamenlijk in barensnood verkeert tot nu toe.'
De schepping moest worden teruggekocht en worden bevrijd van alle ellende. Wie zou dat kunnen? Wie is waardig om de schepping los te kopen van zonde en dood? In het laatste bijbelboek KLINKT DE VRAAG:
‘Wie is het waard de boekrol te openen en zijn zegels te verbreken?’
De boekrol, dat is de koopacte van de schepping en het reinigingsprogramma van hemel en aarde. Niemand in de hemel en op aarde of onder de aarde is waardig om dit karwei te klaren, behalve het Lam, dat als geslacht staat in het midden van Gods troon, de Here Jezus. Alleen een mens kon de mens en de schepping vrijkopen want het was een mens die in zonde was gevallen. Maar alle nazaten van de eerste mens, Adam, vielen onder de vloek en de slavernij waartoe ze zichzelf verkocht hadden in ruil voor kennis van goed en kwaad. Er moest iemand komen, die vrij was van deze vloek, iemand buiten de lijn van Adam. Dat was alleen God want God had Adam geschapen. Maar het moest ook een mens zijn want het waren mensen die hadden overtreden. Daarom werd God een Mensenzoon en als zodanig kocht Hij de schepping vrij van alle vormen van slavernij waarin zij gevangen was. Maar God werd mens buiten de lijn van Adam. De geslachtlijn van Jezus liep via Maria eindigt met de volgende reeks:
'... DE ZOON VAN ENOS, DE ZOON VAN SETH, DE ZOON VAN ADAM, DE ZOON VAN GOD.'
God verlost ten koste van zichzelf. Hij gebruikt niet een engel maar draagt zelf de gevolgen van de keuze van de mens door Mens te worden. DIE GEVOLGEN WAREN ECHTER ONNOEMELIJK:
'Zoals dus door één overtreding de veroordeling gekomen is over alle mensen tot verdoemenis, zo komt ook door één rechtvaardigheid de genade over alle mensen tot rechtvaardiging van het leven.
En het is met de gave niet zoals het was door de ene die zondigde. Want de veroordeling leidde ten gevolge van één overtreding wel tot verdoemenis, maar de genadegave bij vele overtredingen tot rechtvaardiging.'
De verlossing die Jezus bewerkte op het kruis van Golgotha lijkt op het keren van een lawine. Een lawine wordt getriggerd door een kleine beweging, hoog in de bergen. Zo was slechts één betrekkelijk kleine daad nodig om de mensheid en de schepping een verkeerde richting op te duwen: het eten van de verboden vrucht van de boom van kennis van goed en kwaad. Maar in het dal heeft de lawine een duizelingwekkende kracht en omvang gekregen en wordt iedereen bedolven, die eronder terecht komt. De gevolgen van de ene verkeerde daad strekten zich uit tot miljarden mensen en duizenden miljarden verkeerde keuzes van al die mensen. De inspanning die nodig was om de onvoorstelbare consequenties van de zondeval teniet te doen is ontzagwekkend groot geweest. Jezus Christus heeft die inspanning geleverd en ieder die op Hem zijn vertrouwen stelt, deelt in DE HEERLIJKE GEVOLGEN VAN ZIJN WERK.
'Want als door de overtreding van de ene de dood geregeerd heeft door de ene, veel meer zullen zij die de overvloed van de genade en van de gave van de gerechtigheid ontvangen, in het leven regeren door de Ene, namelijk Jezus Christus.'