en alle ogen zullen Hem zien
dawkins
Want hoezeer de mens zich ook aftobt met zoeken, hij kan het niet ontdekken.
Richard Dawkins is een van de ‘new atheists’, een groep wetenschappers die na de gebeurtenissen van 9-11-2001 probeert het geloof in een Schepper zeer actief en met scherpe argumenten te bestrijden. De club bestaat uit vier geleerden. Naast Richard Dawkins maken ook Christopher Hitchens, Daniel Dennett en Sam Harris deel uit van het gezelschap. Wat zijn hun argumenten? En hoe steekhoudend zijn ze?
Men kan wetenschappers indelen in twee categorieën: creationisten, die geloven in een Schepper of een ‘intelligente Ontwerper’ (Intelligent Design) die alles schiep en in stand houdt en evolutionisten, zoals de ‘new atheists’, die geloven in een natuurlijke oorzaak, zonder dat er een Schepper aan te pas kwam. Creationisten krijgen van Dawkins het verwijt dat zij een natuurlijke verklaring van de oorsprong van het heelal al bij voorbaat opgeven. Een God die de oorzaak is van alle dingen, is namelijk bovennatuurlijk. Wat bovennatuurlijk is, kan niet bestudeerd worden en kan niet verklaard worden als uitkomst van natuurlijke processen. Om die reden mag God volgens Dawkins geen rol spelen in de verklaring van de ontstaansgeschiedenis van het heelal, het zonnestelsel en het leven op aarde. Wie God toch binnensmokkelt als verklaring, begeeft zich volgens hem buiten het terrein van de wetenschap. Overigens zijn sommige van Dawkins' uitspraken jegens andersdenkenden ronduit beledigend. Een debat tussen Dawkins en Lennox geeft een goede indruk van waar het om draait.
Maar stel nu eens dat God wél de grote Oorzaak is van het ontstaan van het heelal. Dan zoekt de wetenschap voortdurend naar verklaringen, die er niet zijn. Het ontstaan van het heelal is, met God als oorzaak, niet wetenschappelijk verklaarbaar. Zoals reeds gesteld: menselijke intelligentie is niet in staat om op basis van natuurlijke processen de Schepper en zijn creatieve handelen te doorgronden. Kijken we naar de huidige stand van de wetenschap, dan zien we een stelsel van theorieën en hypothesen, waarin men de waarnemingen zoveel mogelijk probeert een plaats te geven.
Dat lukt echter niet en telkens moeten hypothesen worden bijgesteld of zelfs volledig worden verworpen. Er zijn natuurwetenschappers die pleiten voor een volledig nieuw paradigma van de natuurwetenschap.
Toch blijven evolutionisten speuren naar verklaringen en zij wekken bij hun volgelingen de verwachting dat de mensheid, in de toekomst, mogelijk gesteund door kunstmatige intelligentie, een rationele verklaring zal vinden voor de oorsprong van het heelal. In wezen is bij evolutionisten sprake van een diep geloof in menselijke intelligentie. De mens móet alles met zijn verstand kunnen doorgronden en daarom móet het heelal wel volgens voor ons begrijpelijke wetmatigheden zijn ontstaan. De evolutionist lijkt daarmee op iemand die ’s nachts onderweg naar huis zijn sleutels is verloren maar alleen gaat zoeken bij de enige lantaarnpaal op de route omdat hij alleen daar iets kan onderscheiden.
We kunnen met ons menselijk verstand een heel eind komen in ons begrip van de werkelijkheid. Het verstand schiet echter te kort waar het gaat om het ontrafelen van de oorsprong van alle dingen. Daarvoor zijn we afhankelijk van de openbaring door de Schepper Zelf in zijn Woord. De creationist probeert in het licht van Gods Woord de werkelijkheid te begrijpen. Hij zoekt de sleutels langs de gehele route bij het licht van een zaklamp en wacht voor de nog onbegrepen zaken totdat de dag aanbreekt.