en alle ogen zullen Hem zien
alle mensen
'Want allen hebben gezondigd...'
Nergens vinden we meer veralgemeniserende uitspraken als in de Bijbel. Als een rijke jongeman naar Jezus toe komt en Hem aanspreekt als ‘goede Meester’, dan is de eerste reactie van Jezus, dat Hij vraagt: ‘Waarom noemt u mij goed? Niemand is goed dan Eén, God….’ Niemand is goed, volgens Jezus, geen enkel mens. Alleen God. Daar zegt Hij nogal wat! Ook in de brief van Paulus aan de Romeinen wordt de volledige mensheid over één kam geschoren: ‘Want er is niemand die goed doet. Er is niemand rechtvaardig, ook niet één, er is niemand die verstandig is, er is niemand die God zoekt. Allen zijn zij afgedwaald, samen zijn zij nutteloos geworden. Er is niemand die goed doet, er is er zelfs niet één.' Dat is volgens Paulus ook de reden voor het sterven- niet de zon, niet de luchtvervuiling, niet verkeerd voedsel maar: ‘Daarom, zoals door één mens de zonde in de wereld is gekomen, en door de zonde de dood, en zo de dood over alle mensen is gekomen, doordat allen gezondigd hebben.’
Er is slechts één enkele reden waarom de Bijbel dergelijke veralgemeniserende uitspraken kan doen: het is niet het woord van mensen maar het woord van God. En God is alwetend omdat Hij het heelal in al haar facetten, van de allergrootste sterrenstelsels tot de allerkleinste deeltjes, van moment tot moment, voortbrengt en draagt. Daarom weet Hij alles van iedereen weet, tot in de diepste zielenroerselen. Dat is de reden waarom David het uitroept: ‘
HEERE, U doorgrondt en kent mij.
Ú kent mijn zitten en mijn opstaan,
U begrijpt van verre mijn gedachten.
U onderzoekt mijn gaan en mijn liggen,
U bent met al mijn wegen vertrouwd.
Al is er nog geen woord op mijn tong,
zie, HEERE, U weet het alles.
U sluit mij in van achter en van voren,
U legt Uw hand op mij.
Dit kennen – het is mij te wonderlijk,
te hoog, ik kan er niet bij.
Waar kan ik Uw Geest ontgaan,
waar Uw aangezicht ontvluchten?
Al steeg ik op naar de hemel, U bent daar;
of legde ik mij neer in het dodenrijk, zie, U bent daar.
Nam ik vleugels van de dageraad,
woonde ik aan het einde van de zee,
ook daar zou Uw hand mij leiden
en Uw rechterhand mij vasthouden.
Zei ik: Ja, duisternis zal mij opslokken! –
dan is de nacht een licht om mij heen.
Zelfs de duisternis maakt het voor U niet duister,
maar de nacht licht op als de dag,
de duisternis is als het licht.
Want Ú hebt mijn nieren geschapen,
mij in de schoot van mijn moeder geweven.
Eens zal elk mens tot de ontstellende ontdekking komen van het feit, dat alle informatie over alle seconden van zijn hele leven, vanaf geboorte tot sterven, van binnen en van buiten, ergens ligt opgeslagen en, wat schokkender is, wordt opgevraagd en gebruikt als beoordelingsmateriaal. Dan worden er 'boeken geopend'! Dat zal slikken zijn. Gelukkig heeft God vooraf al aangegeven dat ieder mens gewogen en te licht bevonden zal worden. En gelukkig heeft God voor ieder mens die bereid is de waarheid over God en over zichzelf onder ogen te zien, een oplossing gevonden. Die oplossing is, dat de Almachtige Schepper van hemel en aarde Zelf in hoogsteigen Persoon als Mens op aarde zou neerdalen, iets wat de mensheid jaarlijks herdenkt met kerst. Het gaat daarbij echter niet alleen om het kindeke in de stal maar veel meer om het volmaakte leven van dat Kindeke dat in de 30+ jaren daarna volgde en vooral om de dood van dat Kindeke waarin dat leven eindigde: de kruisdood. Hangend aan het hout heeft Jezus aan God de ontzaglijk hoge prijs betaald voor de schuld die mensen met hun tekortschietend leven hadden veroorzaakt. Omdat Christus Zelf tevens God is was de afrekening op het kruis in wezen een interne aangelegenheid binnen God zelf. Het bloed van het kruis was Gods eigen bloed. Er is daar iets gebeurd, wat geen mens ooit kan doorgronden. Daarom werd het kruis drie uur lang omgeven door een ondoordringbare duisternis. Voor iedereen die dit offer van Christus in het geloof aanneemt, geldt dat God met Christus heeft afgerekend en het ‘handschrift, dat tegen hem getuigde’ heeft uitgewist. Hij is met God verzoend. Zijn naam staat geschreven ‘in het boek des levens van het Lam’. Het Lam, is de voorstelling van Jezus, die met het offer van zijn leven de zonden uitwist van allen die in Hem geloven. In een veralgemeniserende tekst vat Paulus dit enorme wonder van genade als volgt samen:
‘Want allen hebben gezondigd en missen de heerlijkheid van God, en worden om niet gerechtvaardigd door Zijn genade, door de verlossing in Christus Jezus. Hem heeft God openlijk aangewezen als middel tot verzoening, door het geloof in Zijn bloed.'
De Bijbel veralgemeniseert niet alleen in het oordeel van God over mensen maar ook in de oplossing die God aanbiedt aan mensen. Allen hebben gezondigd. En allen kúnnen gerechtvaardigd worden. Het aanbod van God geldt voor iedereen. Jezus stierf niet alleen voor kerkmensen. Hij stierf niet alleen voor spirituele mensen, niet alleen voor oppassende mensen, niet alleen voor deugdmensen, niet alleen voor gezagsgetrouwe mensen, niet alleen voor goudeerlijke mensen, niet alleen voor goedgelovige mensen, niet alleen voor gewetensvolle mensen, niet alleen voor schuldbewuste mensen, niet alleen voor brave mensen, niet alleen voor terneergeslagen mensen, niet alleen voor zelfverzekerde mensen. Nee, Hij stierf voor alle mensen.
De enige eis is: Gods Woord te erkennen en zijn aanbod te aanvaarden. Waarom zou je zo’n aanbod van onvoorstelbare genade laten liggen?
- 1 december 2021 -
Keer tot Mij terug want Ik heb je verlost.